Graancirkel-route
Bekensteijn
Kasteelboerderij Bekensteijn of Bekesteijn is naar alle waarschijnlijkheid rond 1475 gebouwd door de adellijke familie Van Steenhuijs, ook wel de Heren van Oploo genaamd. Hoewel de afstand tot Oploo zeer gering is, stond het kasteel in de buurtschap Sambeekse Hoek, welke tot 1942 tot de toenmalige gemeente Sambeek behoorde.
​
Het gebouw dat oorspronkelijk drie verdiepingen telde, had een gracht en ophaalbrug. In muren op de bovenste zolderruimte bevinden zich gaten, waar eertijds de spanten van de bovenste verdieping zaten. De bovenste etage werd wegens de slechte toestand van het dak na 1894 verwijderd. Nadat de 15-jarige Sjef Toonen, een kind van de bewoners, in 1907 verdronk in de Oploosche Molenbeek (beek achter de boerderij), werd de gracht op verzoek van de moeder gedempt. Ook de ophaalbrug verdween. Bij werkzaamheden rond de boerderij zijn de huidige eigenaren meermaals gestuit op resten van de muren van de vroegere gracht. Voordat de gracht werd gedempt zijn er foto’s van de kasteelboerderij gemaakt en samen met documenten in bewaring gegeven op de pastorie. Volgens de overlevering zijn deze bij een (binnen)brand in de pastorie jammerlijk verloren gegaan.
Bekensteijn kreeg in 1995 de status van Gemeentelijk Monument en werd, na inspanningen van de toenmalige gemeente Sint Anthonis, in 2003 gepromoveerd tot Rijksmonument. Het pand behoort met de Matthiaskerk, windmolen De Korenbloem en watermolen D’n Olliemeulen tot de vier Rijksmonumenten in Oploo. Ook de later gebouwde schuur, die los staat van de boerderij, maakt deel uit van het Rijksmonument. De reden hiervan is dat de balken van de schuur afkomstig zijn van de afgebroken bovenste verdieping van de boerderij.
De kasteelboerderij staat er nog altijd florissant bij. Veel ruimten in het gebouw zijn nog tamelijk authentiek. Het gebouw wisselde veelvuldig van eigenaar en ook werden ruimten verhuurd. In het hoofdgebouw bevinden zich nog restanten van meerdere schouwen, wat bevestigt dat hier vroeger meerdere gezinnen gelijktijdig hebben gewoond. Van 1835 tot 1866 woonden er zelfs drie families: twee in de boerderij, één in de schuur. Dit is ook terug te vinden in het bevolkingsregister van de vroegere gemeente Sambeek.
In oktober 1944, toen Oploo was bevrijd van de Duitse bezetter, lagen ook op Bekenstein Engelse soldaten gelegerd. De aalmoezenier sliep in de ‘beste kamer’, de manschappen verbleven, aten en sliepen op de zolder van de stal. Door onzorgvuldig handelen vatte het tegen de gevel gepakte hooi op de zolder vlam, waarna de stal volledig afbrandde. Schuldbewust hebben de Engelsen een soort ‘noodstal’ gebouwd, zodat de koeien in de winter onder dak konden. Eerst in 1953 werd een nieuwe stal gebouwd en in gebruik genomen.
Johannes van Els en zijn echtgenote Anna Maria van den Elsen waren huurders van de schuur. Hier zag op 8 juli 1865 hun zoon Toon van Els het levenslicht. In april 1966 verhuisde het gezin(Van Els had twee kinderen uit een eerder huwelijk) naar een boerderij op de Spekklef in Oploo. Toon van Els, die met een lengte van 118 cm klein van stuk was, werd bekend als scheper en zwerver, met als bijnaam Toontje de dwerg. Van Tontje, zoals hij in de volksmond wordt genoemd, staat bij de watermolen een standbeeld.